experiment
Het begrip grootte waarnemen >> (messung der grosenwahrnehmung)In het volgende experiment zie je 36 figuren; je kunt kiezen tussen ronde en vierkante figuren. De figuren vormen een oplopende reeks waarin ieder figuur steeds vier procent groter is. Waarom vier? Dat percentage heeft Van der Laan afgeleid uit een voorafgaand experiment. Daarbij moesten proefpersonen op het oog een touw doormidden knippen. Dat bleek natuurlijk zelden exact twee dezelfde helften op te leveren. Toch beoordeelden de proefpersonen, bij het doorknippen, de twee helften op het oog als even groot. Even zelden was het dat het verschil tussen de twee helften groter bleek dan grofweg vier procent. Dus verschillen in grootte die minder dan vier procent bedragen zijn voor de meeste waarnemers grofweg even groot. Boven de vier procent beginnen de verschillen echt op te vallen.
Het verschil in grootte valt natuurlijk altijd wel op als we de twee helften van het touw naast elkaar leggen. Zo ook zien we de verschillen als we in dit experiment alle rondjes en vierkantjes netjes ordenen. Anders is het als ze willekeurig door elkaar liggen en we uit deze verzameling steeds een aantal moeten pakken die we grofweg even groot vinden. Begin met het grootste figuur te kiezen (door deze aan te klikken) en de figuren die daar nog net bij passen. Tot naar jouw gevoel er een drempel is, en het eerstvolgende figuur echt kleiner aandoet. Begin dan een nieuwe reeks. Groepeer zo de figuren in verchillende types van grootte. Op het eind zie je hoeveel types je hebt geselecteerd en welke figuren klaarblijkelijk bij dat type passen.
Begin met de gewenste vorm the kiezen.