Ontwikkeling van de morfotheek
Ontstaan van de morphotheek >> (blokkendoos); (entwicklung der morphoteck)Klik op de pijlen die links en rechts in het midden van het venster verschijnen. Met elke klik op de rechter pijl ontwikkeld zich een reeks vormen die in grootte oplopen volgens het Plastisch Getal. Eerst in breedte, dan in hoogte. Dit levert twee gespiegelde groepen van rechthoeken op. Eén zo’n groep geven we een derde dimensie; die lengte is even groot als de hoogte en breedte in het kleinste blokje, rechtsonder. In de groep van vormen die zo ontstaat kunnen we staafvormige vormen onderscheiden (rood), vlakke vormen die meer het karakter van een plaat hebben (groen) en blokken (blauw). De grijze groep die in het midden overblijft is onbestemder van vorm.
Binnen elke groep kun je ook weer vormen onderscheiden die meer weg hebben van een staaf, plaat of blok. Met in het midden een ‘blanke’ vorm – een term waarmee Van der Laan een vorm met een neutraal karakter aanduidt. Vergelijken we de blanke vormen uit de drie groepen, dan zien we tussengelegen vormen in de grijze groep oplichten. Die grijze vormen vertegenwoordigen in hun groep ook de staaf, plaat en het blok.
Als we vervolgens niet alleen de breedte en hoogte van de rechthoeken variëren maar ook de lengte dan ontstaat een volledig gamma van rechthoekige vormen: de complete morfotheek, opgebouwd met het kleinste, rechtse blokje als eenheid tot zeven types van grootte, binnen één orde van grootte.